Af en toe ontstaat de behoefte aan iets lekkers. Op zo’n moment is het een kwestie van controleren of alle ingrediënten aanwezig zijn, inschatten hoeveel tijd het kost, en of het haalbaar is. Toen er behoefte was aan wafels, was het meteen duidelijk dat het wafelijzer aangezet moest worden. Met zekerheid kan gezegd worden: binnen tien minuten staan de wafels op tafel. Dit recept is zo eenvoudig dat het inderdaad binnen tien minuten heerlijke wafels oplevert.
400 g boter
500 g bloem
250 g suiker
50 g vanillesuiker
½ tl bakpoeder
1 el vanillepuddingpoeder
1 tl vanille aroma
6 eieren
snuifje zout
Voorbereiding
Verwarm het wafelijzer op de hoogste stand.
Het beslag
Zet een kookpot op laag vuur en smelt de boter voorzichtig, zonder deze te laten kleuren.
Doe de bloem en suiker in de mengkom van de keukenmachine. Tip: Vervang 1/3 van de kristalsuiker door vanillesuiker voor extra smaak. Voeg het bakpoeder en het vanillepuddingpoeder toe. Snijd de vanillestok in de lengte door en schraap de zaadjes eruit. Voeg deze zaadjes toe aan het bloemmengsel.
Plaats de mengkom op de keukenmachine en laat deze op lage snelheid draaien met het K-vormige hulpstuk. Breek de eieren één voor één in de kom en meng tot een glad beslag.
Laat de machine een minuut draaien en voeg dan de gesmolten boter toe. Meng nog een minuut tot je een egaal wafelbeslag hebt. Voeg een snufje zout toe en meng kort door.
Giet het beslag in een schaal en zet het minstens een uur in de koelkast zodat het kan opstijven.
Bakken
Haal het beslag uit de koelkast en schep met een eetlepel ongeveer 30 gram beslag per wafel. Plaats twee of vier balletjes beslag in het wafelijzer en bak tot de wafels goudbruin zijn. Gebruik een (prik)vork om de wafels uit het ijzer te halen en leg ze op een rooster om af te koelen.