Een galette, afgeleid van het Normandische woord gale dat “plat baksel” betekent, is een veelzijdig gerecht uit de Franse keuken. Het verwijst naar verschillende soorten platte, meestal ronde taarten die zowel zoet als hartig kunnen zijn. Galetjes worden gemaakt van korstdeeg, bladerdeeg of soms zelfs een beslag, en worden doorgaans direct op een bakplaat gebakken zonder gebruik van een bakvorm of bakblik. Dankzij hun rustieke uiterlijk en veelzijdige vullingen zijn galettes geliefd bij zowel thuiskoks als fijnproevers.
100 g boter, op kamertemperatuur
150 g suiker
1 ei, losgeklopt
1 el cognac (optioneel)
200 g patisserie bloemsnuifje zout
3 g bakpoeder
1 el vanille aroma
Voorbereiding
Verwarm het wafelijzer op de hoogste stand.
Werkwijze
Klop de boter en suiker luchtig in de mengkom van de keukenmachine met de K-klopper. Voeg het ei en daarna de cognac toe en meng goed.
Zeef de bloem met het zout en het bakpoeder. Voeg de bloem en het vanillearoma toe aan het mengsel en meng een laatste keer tot een homogeen deeg.
Breng het deeg over in een ovenschaal en zet het 30 minuten in de koelkast om op te stijven.
Voorbereidende stappen voor het wafelijzer
Kies de wafel mal met de fijnste hokjes, zodat er nauwelijks inkepingen zijn en de vierkantjes zo klein mogelijk zijn. Vet de mal lichtjes in met olie, gebruik hiervoor een borsteltje. Zet de thermostaat van het wafelijzer op stand 7.
Bakken
Maak balletjes van 20 gram van het deeg. Bak telkens twee galetjes tegelijk. De galette wafels zijn klaar wanneer er geen stoom meer uit het wafelijzer komt en ze goudbruin zijn.
Leg de galette wafels op een rooster om volledig af te koelen en uit te harden.
