Als je geen koekjespistool hebt kan je het deeg in rollen van een 5 cm dikte rollen en in de koelkast plaatsen tot het deeg is opgesteven. Nadien kan je hier schijfjes van snijden om te bakken.
Koekjesdeeg
390 g boter
210 g suiker
250 g bloem
1 zakje bakpoeder
2 eetlepels melk
1 ei
1 el vanille extract
1 dopje amandelaroma
Versiering
Melk of Witte chocolade
Poedersuiker
Granules
Gekonfijte kersen
Voorbereiding
Verwarm de oven op 190° graden
Werkwijze
Meng de bloem, bakpoeder, suiker en boter in een keukenmachine met het K-element tot er kruimels ontstaan. Voeg vervolgens het ei, de melk, vanille- en amandelaroma toe. Gebruik de deeghaak om het mengsel tot een gladde bal te kneden.
Neem een kwart van het deeg en doe dit in het koekjespistool. Spuit de koekjes direct op een bakplaat. Neem nog een kwart van het deeg, vervang het plaatje van het koekjespistool om andere vormen te krijgen, en spuit deze op een tweede bakplaat. Herhaal dit proces twee keer totdat al het deeg op is.
Bak elke bakplaat 12 tot 15 minuten in de oven, totdat de koekjes goudbruin zijn.
Versier de afgekoelde koekjes met gesmolten melk- of witte chocolade, sprinkels, poedersuiker, of gekonfijte kersen, naar wens.
