De cakejes worden gebakken in de vorm van een sint-jakobsschelp en zouden hun naam te danken hebben aan de boerin Madeleine, die bij een onverwacht bezoek van hertog Stanislaus Leszczyński deze lekkernij op tafel zette. Het cakeje is zó bijzonder, dat er zelfs in de literatuur van Proust aandacht aan is besteed.
3-4 (180 g) Hele eieren
120 g Suiker
30 g Honing
60 g Melk
250 g Boter
2 snufjes Fleur de sel
200 g Bloem
11 g (1 zakje) Bakpoeder
1 el Oranjebloesemwater
Voorbereiding
Verwarm de oven voor op 210°C en vet de bakvormen voor Madeleine in met boter en bestrooi met bloem. Zet opzij.
Maak de Madeleines
Klop in een kom de eieren en suiker luchtig.
Voeg de melk, honing en oranjebloesemwater toe en meng goed.
Giet de gesmolten boter erbij en roer tot alles goed gemengd is.
Voeg de bloem, bakpoeder en zout toe en spatel dit voorzichtig door het beslag.
Giet het beslag in een spuitzak en laat het 2 uur rusten in de koelkast.
Vul de vormen
Vul elk vormpje voor 3/4 met het beslag.
Bakken
Bak de Madeleines 3 minuten op 210°C en verlaag dan de temperatuur naar 180°C. Bak nog 7 minuten, totdat ze goudbruin zijn.
Laat de Madeleines afkoelen voordat je ze serveert.