Een muffin kan een ongezoet platbrood zijn, zoals een crumpet, of een gezoet quickbread dat in een vorm wordt gebakken. Amerikaanse muffins zijn meestal zoet, maar er bestaan ook hartige varianten. De Engelse platbrood-muffin komt uit Europa (18e eeuw), terwijl de quickbread-muffin in de 19e eeuw in Noord-Amerika ontstond. Beide soorten zijn wereldwijd populair.
Deeg
2 appels
1 ei
60 ml melk
150 g Griekse yoghurt
80 ml olie
160 g bloem
2 tl bakpoeder
1/4 tl zout
150 g suiker
1 tl vanille-extract
Kruimellaag
60 g boter, koud
65 g bloem
100 g suiker
1 tl kaneel
Voorbereiding
Verwarm de oven voor op 180°C en bekleed een muffin-bakvorm met papieren muffin vormpjes.
Muffins maken
Klop in een grote kom de melk, olie, Griekse yoghurt, ei en vanille-extract tot een glad mengsel.
Meng in een aparte kom de bloem, bakpoeder, suiker en zout goed door elkaar.
Schil de appels, snijd ze in kleine stukjes en voeg ze toe aan het bloemmengsel. Roer zodat de appelstukjes bedekt zijn met bloem.
Giet het natte mengsel bij het droge en roer tot alles net gemengd is. Schep het beslag in de muffin vormpjes, tot ongeveer 3/4 vol.
Crumble en bakken
Meng de crumble-ingrediënten in een kleine kom en verkruimel met je vingertoppen. Strooi wat crumble bovenop elk muffin beslag.
Bak de muffins 20-25 minuten, tot een tandenstoker er schoon uitkomt. Laat afkoelen in de bakvorm voordat je ze serveert.
